1. Vroegtijdig herkennen en alarmeren
Voorkomen is beter dan genezen. In de keten van overleven is het dan ook essentieel om niet alleen vroegtijdig een daadwerkelijke hartstilstand te herkennen, maar ook om ziektes die een oorzaak kunnen zijn van een hartstilstand tijdig te herkennen en te behandelen voordat een hartstilstand optreedt. Denk bijvoorbeeld aan het slachtoffer met pijn op de borst als gevolg van een hartinfarct. Indien niet adequaat wordt opgetreden kan er een hartstilstand ontstaan, wat voorkomen kan worden door vroegtijdige behandeling van het hartinfarct in het ziekenhuis.
Indien een hartstilstand wordt vastgesteld is het essentieel om direct, zonder vertraging hulpdiensten te waarschuwen, zodat de keten van overleven vroegtijdig wordt opgestart en tijd kan worden gewonnen. Het (leren) herkennen van een ademstilstand, agonale ademhaling en een circulatiestilstand is essentieel.
2. Vroegtijdig reanimeren
Vroegtig starten met het geven van borstcompressies en beademingen vergroot de kans dat het slachtoffer zijn hartstilstand overleefd en wordt de kans op eventuele restschade verkleind. Hoe eerder gestart wordt met reanimatie des te groter de kans dat de reanimatie succesvol is. Na herkenning van de circulatiestilstand worden zo kort mogelijk de ademhaling gecontroleerd en indien deze afwezig is wordt direct begonnen met het geven van borstcompressies. De borstcompessies moeten zo kort mogelijk onderbroken worden voor beademingen. Langere onderbreking leidt tot een afname van de opgebouwde bloeddruk en zodoende verminderde zuurstofvoorziening naar de hersenen.
In iedere minuut na het intreden van de circulatiestilstand dat er niet gereanimeerd wordt, neemt de overlevingskans met 10% per minuut af.
3. Vroegtijdig defibrilleren
Van de mensen die een hartstilstand krijgen heeft ongeveer 60=80% van te voren een hartinfarct doorgemaakt. Na een hartinfarct is er een vergrote kans op het optreden van kamerfibrilleren, waardoor een circulatiestilstand optreedt.
Indien binnen 5 minuten de eerste defibrillatie plaatsvindt, is de overlevingskans ongeveer 70% (dat zegt overigens niets over het al dan niet optreden van restschade).
Het is essentieel dat zo snel mogelijk een Automatische Externe Defibrillator bij het slachtoffer komt en dat deze gebruikt wordt om de eerste schok toe te dienen.
4. Postreanimatiezorg
Post-reanimatiezorg, ofwel de zorg na een succesvolle reanimatie (het slachtoffer heeft weer een eigen hartslag) is van groot belang om het slachtoffer daadwerkelijk een kans op een goede overleving te bieden. Postreanimatiezorg start op het moment dat het slachtoffer weer een eigen hartslag krijgt. Vanaf dat moment wordt er alles aan gedaan om de omstandigheden te optimaliseren voor een goed herstel van de vitale functies, van het hart, de hersenen en den andere vitale organen.
Het slachtoffer wordt opgenomen op de intensive care en zo nodig behandeld met speciale medicatie via een infuus om de bloedsomloop te optimaliseren en de schadelijke effecten van de hartstilstand en de reanimatie zoveel mogelijk te beperken. Vaak wordt het slachtoffer 24-48 uur gekoeld en slapende gehouden.